Mijn eerste keer: Nooit meer schaatsen

De wintertriathlon (25 oktober) 2008 in Assen

Door: Martin van Dijkhuizen

In 2007 wilde ik al meedoen aan de wintertriatlon in Assen (10 km lopen, 50 km fietsen, 20 km schaatsen), maar toen ging het helaas niet door. In 2008 schreef ik me ruim van te voren in. Ik keek echt naar de wintertriathlon uit.

In de vorm van mijn leven in 2007
Vanaf eind september schaatste ik twee keer in de week op de Vechtse banen mijn rondjes. Ik had net een PR op de tien km gelopen en over het fietsen maak ik me nooit zorgen. Er zijn bij zo’n evenement altijd genoeg deelnemers, die mij uit de wind houden: “Wie niet sterk is, moet stayeren.” Daarnaast had ik een week lang gezond gegeten en op donderdag voor de wedstrijd besloot ik tot aan de start geen alcohol meer te drinken. Kortom, ik was fit en in de vorm van mijn leven. Dit moest een mooie eerste wintertriatlon worden.
De avond voor de wedstrijd pakte ik mijn tas en vroeg ik me af of ik eigenlijk wel een startbewijs had gekregen. Na een telefoontje met de organisatie bleek, dat ik vergeten was om me in te schrijven en dat het niet meer mogelijk was om nog mee te doen. Erg jammer, maar volgend seizoen beter.

2008: Check, check, dubbel check
Dit seizoen schreef ik me wel in. Ik controleerde mijn inschrijving nog een keer en vervolgens checkte ik of ik me wel ingeschreven had. Dat was gelukt. In de voorbereiding was ik wat minder fanatiek dan het jaar ervoor. Als voorbereiding had ik een paar keer op vrijdagavond op de schaatsbaan gestaan, samen met Eelco en Jeanette. Maar na twintig rondjes vond ik het wel tijd voor warme chocolademelk.
Niet helemaal in topvorm maar fit genoeg, zou ik starten aan mijn eerste wintertriatlon. Mijn tactiek had ik tijdens de lange reis naar Assen met Eelco bedacht: niet te snel starten bij het lopen, tempo houden bij het fietsen en knallen bij het schaatsen.
Bij de schaatsbaan aangekomen bleek het weer mee te zitten: het was zonnig met een beetje wind, ideaal voor het lopen. Bovendien was het niet erg koud, geen typisch schaatsweer. Maar bij warm weer blijft de schaatsbaan nat en dat is met veel mensen op het ijs vaak beter dan een koude ijsvloer. De wedstrijd kon beginnen!
Na het startschot genoot ik van het lopen. Normaal geniet ik nooit van het lopen tijdens een triatlon; het is mijn slechtste onderdeel en het komt altijd als laatste. Bij een zomertriatlon zou het lopen ook eens als eerste moeten. Dan hebben we dat onderdeel tenminste gehad. De wissel naar het zwemmen wordt bovendien erg interessant als deelnemers bezweet hun wetsuit proberen aan te doen …..

Gek genoeg geen meewind
Na een vlakke tien kilometer was het tijd voor het fietsen. Het parcours begon met een klinkerweg. “Dat hoort er bij”, dacht ik. En ik dacht aan een tip van Flecha, die dan altijd extra gas geeft omdat hij dan des te eerder weer op het gladde asfalt is. Dus ik gaf wat extra gas en kwam na enige tijd inderdaad weer op het gladde asfalt. Op het asfalt stond echter een behoorlijke tegenwind. Ik verheugde me dus al op het tweede deel van de ronde waar logischerwijs meewind moest zijn. Ondertussen keek ik om me heen om te zien of er wat jongens fietsten die in zouden zijn voor een illegale, maar altijd verbroederende samenwerking. Maar niet in Assen; ik had de pech tussen nette jongens te fietsen. De heren zagen geen voordeel in een adrenaline verhogende verboden actie. Dus dit keer geen molentje waarbij de deelnemers om en om het kopwerk afwisselen, steeds alert blijvend op het rood/wit/blauw van de NTB-jury.
Opvallend van het fietsparcours in Assen was, dat er een flink stuk met tegenwind was, maar gek genoeg geen meewind. Of het moet het stuk met klinkers geweest zijn, dat zo mooi beschut lag tussen de bomen. Na 40 km fietsen begon ik het gehad te hebben. Ik voelde de pijn in mijn benen en mijn rug. Nog 10 km en ik mocht een iets andere beweging gaan maken, hoewel de belasting op mijn benen en rug met het schaatsonderdeel zouden blijven.

Aan het elastiek
Eenmaal op de schaatsbaan werd het afzien compleet. Ik kon geen groepje vinden, waarin ik mee kon komen. Voor de duidelijkheid: op de ijsbaan is samenwerken toegestaan. Na tien ronden protesteerde mijn rug zó veel, dat ik echt even recht op moest gaan staan. Ik stopte bij de tafel met sportdrank en bananen en werkte wat energie naar binnen. Ondertussen waren er gelukkig wat groepjes met subtoppers ontstaan. Ik sloot achteraan bij een groepje 60 blank. Met veel moeite reed ik van bocht naar bocht. Even dacht ik weer wat energie te hebben en ik besloot de kop over te nemen maar na twee ronden hing ik weer aan het elastiek. Uiteindelijk kwam ik als één na laatste van mijn leeftijdsgroep over de streep. Ik weet nog dat ik mezelf beloofde om mijn schaatsen de rest van het seizoen in de kast te laten. Al zou het gaan vriezen, ik ging niet meer schaatsen. Tenminste dat dacht ik!