Over ouderwetse studenten en bevroren bidons

Ooit werd ik gevraagd om af en toe bijdragen te leveren aan de site van de wielrenbond voor studenten. Of zoiets. Het liep, net als nu, tegen de winter dus het leek me zinvol om iets te schrijven over vocht, dorst en drinken bij koude. En welke misverstanden daarover zijn.

Nu dacht ik altijd dat studenten van nature progressief zijn en open staan voor nieuwe inzichten. Helaas. Mijn bijdrage werd als pure nonsens afgedaan en na wat ingezonden brieven werd om een nieuwe bijdrage nooit meer gevraagd. Dit maakt je hopelijk nieuwsgierig naar die ‘nieuwe’ inzichten. En stiekem hoop ik dat je allang op de hoogte was van het nut van volle bidons. Zelfs in de winter.

Het nadeel van de winter is dat het soms zo koud is dat de isotone dorstlesser in je bidons bevriest. (ik ga er even vanuit dat je niet met water maar met dorstlesser fietst, zie vorige bijdrage) De belangrijkste tip is dan ook dat je voor je weggaat voldoende hebt gedronken en na de training al een grote bidon met dorstlesser hebt klaar staan.

Wanneer je aan een georganiseerde mountainbiketocht mee doet, heb je het geluk dat je halverwege wat kunt drinken. Bij grote pech is er echter alleen warme soep. Ik kan me voorstellen dat de vrijwilligers bij een verzorgingspost graag soep schenken. Dan blijven ze zelf een beetje warm. Voor iemand die meedoet aan een tochtje werkt het echter averechts.

De gemiddelde toertochtrijder kleedt zich goed en is binnen een kilometer warmgereden. In feite heb je dan ook evenveel vocht nodig als in de zomer. Heel koud water is niet aanlokkelijk om te drinken maar is te doen. Het staat de opname in je lichaam niet in de weg. Wanneer je bidons echter na een half uurtje bevroren zijn ben je afhankelijk van de verzorgingspost. Wanneer ze dan alleen maar soep hebben loop je meer kans op een vochttekort dan in de zomer. Soep is zo zout als zeewater en te hypertoon. Dit zal vocht aan je lichaam onttrekken. Je krijgt nog meer dorst en je hebt nog meer vocht nodig.

Beneden het vriespunt is een camelbag op je warme rug een goed idee want dat halve litertje wat je mee kan nemen in je achterzak is veel te weinig. In je bidons of camelbag kun je het beste een dorstlesser doen (60 gram koolhydraten per liter). Een extra voordeel is dat de koolhydraten vriespuntverlagend werken waardoor je dorstlesser minder snel bevriest. In de winter is een 500-750 ml per uur voldoende, afhankelijk van je intensiteit. Dat betekent misschien dat je extra vocht bij de verzorgingspost moet pakken. Ik hoop voor je dat ze dan warme thee in plaats van hete soep hebben. De grootste kritiek van de studenten was overigens dat zoveel drinken in de winter overdreven was. En dat water prima voldeed. Ik zou liever zeggen, drink zoveel mogelijk, desnoods water!

Hoe de ideale sportvoeding tijdens een hele triatlon van Almere naar Hawai leidt.

pannenkoeken‘Hoe de toepassing van de theorie van Almere naar Hawaï leidt’. Dit was de titel van een duopresentatie van Peter en mij voor een symposium over sport en voeding van de NVVL. Peter werd daar voorgesteld als meubelmaker en triatleet en ik als voedingskundige. De kern van onze boodschap was dat zelfs als je getrouwd bent met iemand die je kan helpen optimaal te eten en drinken tijdens training en wedstrijd, het jaren duurt voordat het perfect gaat. Dat je dus niet denkt dat je het allemaal wel weet, maar dat er in iedere nieuwe situatie het weer beter of anders kan.

Dat is misschien een ontmoedigende conclusie. Daarom volgt hier de samenvatting van de triatloncarriere van Peter die heel mooi eindigt bij zijn PR op Hawai.
Wedden dat je het op veel punten al veel beter doet dan hij in de jaren negentig deed?

–//–//–

Peter Vocking (44) is meubelmaker en triatleet. Peter is getrouwd met Yneke Vocking (44) voedingskundige. Ze kennen elkaar sinds 1991 van triatlonvereniging Hellas te Utrecht.
In 1992 doet Peter zijn eerste hele triatlon in Almere. In de voorbereiding gaat het al mis. Na een maaltijd van pannenkoeken, chips en bananen wordt er slecht geslapen in de bestelbus vlakbij de start. Ook de voeding tijdens de wedstrijd kon duidelijk beter. Met water in de bidons, bananen aan het frame en krentenbollen in de achterzakken werd geprobeerd een hele triathlon uit te lopen.
Peter: “Ik heb het gehaald maar vraag niet hoe. De marathon was een verschrikking maar het eerste wat ik dacht over de finish is “Yes, maar dit nooit meer. Drie dagen later dacht ik er al weer anders over en dan ga je bedenken hoe het een volgende keer beter moet. En daarnaast wilde ik graag een volgende keer binnen de tien uur finishen. Gelukkig kregen Yn en ik na deze zomer iets met elkaar. Dan zou het met de voeding wel geramd zitten een volgende keer.”

Yneke: “Peter bereidde zich dus voor op triatlon Almere 1993.
Rekenend met de gewenste fietstijd en looptijd kwamen we toen op flink wat reepjes en bidons vocht. Dat op basis van de theorie dat je maximaal 60-80 gram koolhydraten per uur kunt opnemen en een liter vocht. Ik probeerde de toen, meer dan ik nu zou doen, rekening te houden met wat Peter praktisch vond en hoe je een en ander aan kunt geven. Daarnaast was een belangrijk praktisch punt hoe de verversingposten van de organisatie geregeld zijn. Peter schrok van de vele bidons die hij moest drinken en wilde ook water in zijn bidons.”
Peter: “Zoveel eten en drinken als Yn wilde dat was toch wel wennen (een grote bidon per uur) Ik vond het erg veel. Ik heb getraind met piepjes om het eten en vele drinken te leren tijdens de inspanning. Op zich ging Almere 1993 best wel goed. Eten en drinken op de fiets is een kwestie van discipline en concentratie. Vooral concentratie is moeilijk tot het laatst toe vol te houden. Tja, en toch ging het tijdens het lopen niet helemaal optimaal.
Na tien km lopen leken de sinaasappelpartjes me heerlijk. Maar na veel teveel partjes kreeg ik ongelofelijke maagkrampen.”
Yneke: Zin in sinaasappel wijst eigenlijk op een vochttekort. Sinaasappel is dan een verkeerde keuze, aan alle kanten.”

Ondanks dat Peter een uur sneller is dan het jaar daarvoor is hij niet tevreden over zijn tijd.
Na jaren verbouwen, trouwen en het korte werk probeert hij het in 1997 weer.
Yneke is zwanger en hij heeft het idee dat het nog een keer kan. Helaas is Yneke aan het bevallen tijdens de wedstrijd en moet Peter na een PR gezwommen te hebben stoppen en naar huis.
In 2004 probeert Peter het opnieuw in Frankfurt. In deze wedstrijd kan Peter zich met een mooie tijd ook kwalificeren voor de triatlons der triatlons, Hawaï. Ondanks een prima voedingsstrategie was het lopen mentaal zwaar. Peter was vooral na al die jaren vergeten hoe ver het allemaal was.
In 2006 was er een herkansing in Frankfurt. Yneke: “Opnieuw hebben we bekeken wat ideaal zou zijn. Het liefst zo eenvoudig mogelijk: Bidon van 750 ml. dorstlesser per uur met nu wat extra zout en ieder uur een powerbar. We hebben extra natrium toegevoegd omdat de meeste commerciële dorstlessers wel wat extra natrium kunnen gebruiken. We hebben zoveel toegevoegd dat je het zout net niet proefde.” Peter: “Een bidon leegdrinken per uur is nog best wel lastig en een powerbar hapt ook niet gemakkelijk weg. Maar tijdens Frankfurt 2004 had ik lekkere sportreepjes die helaas door de warmte niet goed uit de verpakking kwamen. Met powerbar heb je dat probleem niet. De planning was 3 bidons op fiets en 2 bidons van de organisatie. Plus bidons in de wisselzone. Iedere 2 km was er een post bij het lopen. En dan moet je de discipline hebben om iedere keer te drinken.
Het was 34 graden. Dus voldoende drinken werd een nog grotere noodzaak. De 10 uur grens heb ik met 9:59 net gehaald. Yes!!!
De volgende dag werd bekend gemaakt dat ik me gekwalificeerd had voor Hawaï.”

“Hawaï blijft bijzonder omdat het de bakermat van de triatlonsport is. Er zijn wereldwijd maar 20 ironmans waar je je kunt kwalificeren dus je bent daar met de beste van de besten. Qua voeding heb ik hetzelfde gedaan als in Frankfurt. Tijdens het lopen kreeg ik nog last van een wee gevoel in mijn maag. Dat heb ik opgevangen met gelletjes powerbar met extra zout van de organisatie. Dat was in 2006 een nieuw product maar heeft me wel weer verder geholpen. Tot vandaag zijn rond de 150 Nederlanders gestart in Hawaï. En van die Nederlanders zijn er maar 24 sneller dan ik. Ik ben er dan ook trots op dat ik Hawai op mijn naam heb met een PR van 9:46!”

Yneke en Peter Vocking (www.voedingsadvies.info)