Blog: Trainingsweekend Limburg

Tekst: Edwin van der Meer

Het was even wennen toen ik verhuisde naar Utrecht. Ik verhuisde tevens van de kleine triathlonvereniging Lelystad naar het grote Hellas Triathlon. De eerste trainingen lijken dan wat eenzaam, ondanks dat je bijvoorbeeld met een mannetje (m/v) of 40 in het zwembad ligt. Maar de aanspraak komt vanzelf en plotseling weet je zeker dat er ook hier mensen zijn met TS, het triathlon-syndroom.

En zo spreek je al gauw buiten de reguliere trainingen af met clubgenoten voor een beetje dobberen in open water, een stukje fietsen of een duurwandelingetje om dat ene doel te halen dat je voor jezelf voor dat seizoen hebt bedacht.

Limburg

Afgelopen jaar was dat voor mij een lange afstand wedstrijd in de Pyreneeën. Om mij goed voor te bereiden leek mij een weekendje Limburg noodzakelijk. Je moet tenslotte ergens beginnen.

Ik opper het idee bij clubgenoot Wanda, want zij heeft hetzelfde evenement op haar wensenlijstje staan. Ze is meteen enthousiast. Dus wordt een bungalow gehuurd voor 6 personen. Er zijn ongetwijfeld meer clubbies die mee willen! Uiteraard mag Laurens niet ontbreken. Het jaar ervoor hadden we samen getraind voor een grote wedstrijd in de Alpen. Daarnaast kan hij goed koken en we hebben nog een kok nodig voor ons weekend. Elke maak het kwartet compleet, want zij moet meters maken voor de Ironman Regensburg.

Trainingsweekend LimburgWe arriveren in onze bungalow met extra kamer. De fietsen krijgen hun eigen droge plekje. Zoals het echte atleten betaamd willen we vroeg naar bed, want het is Hemelvaartsdag en dat moet natuurlijk niet te letterlijk gaan worden ;-). Echter, de avond duurt wat langer dan gepland, want er galmt Schlagermuziek over het terrein.

En als de buren een feestje hebben, kun je er maar beter bij zijn! Dus togen we naar de plaatselijke Schutterij die inderdaad wat te vieren blijkt te hebben. De Limburgse gastvrijheid voorziet ons van een biertje en voor je het weet, loop je de polonaise. Zelfs af en toe voorop! Dat belooft een fanatiek programma voor de komende dagen.

 

Bikkelen

Bikkelen, dat kunnen triatleten. Alle heuvels meermalen zien. ‘Nee, ik ga niet nog een keer want ik ben kapot’, roep je en dan doe je het toch. Daar herken je de ware topsporter in. De Eyserbosweg is lekker als je net warm bent, maar lekkerder op de terugweg na een paar uur fietsen. Auw. De Vaalserberg? Kan ook via het voetpad. O ja, de Cauberg, even tussendoor want da’s nou eenmaal dat ding van de Amstel Gold Race. De inwendige mens niet vergeten, een stuk appeltaart met slagroom kan best. Eindelijk, terug. Van de fiets af. Houten kont, strakke kuiten. Hm, eigenlijk moeten we nog een uurtje lopen. Staat in mijn programma. Bedankt trainer… eh, ik wilde dit toch zelf, voor mijn plezier?

Jawel, daar draait het allemaal om. Oergezellig. Een nieuwe traditie is geboren. Anno 2012 staat wederom het trainingsweekend Limburg op de agenda als voorbereiding op het nieuwe seizoen. Zijn triatleten Einzelgängers? Wellicht tijdens een wedstrijd, maar in de avond zeker niet. Dat is mijn conclusie!

Over ouderwetse studenten en bevroren bidons

Ooit werd ik gevraagd om af en toe bijdragen te leveren aan de site van de wielrenbond voor studenten. Of zoiets. Het liep, net als nu, tegen de winter dus het leek me zinvol om iets te schrijven over vocht, dorst en drinken bij koude. En welke misverstanden daarover zijn.

Nu dacht ik altijd dat studenten van nature progressief zijn en open staan voor nieuwe inzichten. Helaas. Mijn bijdrage werd als pure nonsens afgedaan en na wat ingezonden brieven werd om een nieuwe bijdrage nooit meer gevraagd. Dit maakt je hopelijk nieuwsgierig naar die ‘nieuwe’ inzichten. En stiekem hoop ik dat je allang op de hoogte was van het nut van volle bidons. Zelfs in de winter.

Het nadeel van de winter is dat het soms zo koud is dat de isotone dorstlesser in je bidons bevriest. (ik ga er even vanuit dat je niet met water maar met dorstlesser fietst, zie vorige bijdrage) De belangrijkste tip is dan ook dat je voor je weggaat voldoende hebt gedronken en na de training al een grote bidon met dorstlesser hebt klaar staan.

Wanneer je aan een georganiseerde mountainbiketocht mee doet, heb je het geluk dat je halverwege wat kunt drinken. Bij grote pech is er echter alleen warme soep. Ik kan me voorstellen dat de vrijwilligers bij een verzorgingspost graag soep schenken. Dan blijven ze zelf een beetje warm. Voor iemand die meedoet aan een tochtje werkt het echter averechts.

De gemiddelde toertochtrijder kleedt zich goed en is binnen een kilometer warmgereden. In feite heb je dan ook evenveel vocht nodig als in de zomer. Heel koud water is niet aanlokkelijk om te drinken maar is te doen. Het staat de opname in je lichaam niet in de weg. Wanneer je bidons echter na een half uurtje bevroren zijn ben je afhankelijk van de verzorgingspost. Wanneer ze dan alleen maar soep hebben loop je meer kans op een vochttekort dan in de zomer. Soep is zo zout als zeewater en te hypertoon. Dit zal vocht aan je lichaam onttrekken. Je krijgt nog meer dorst en je hebt nog meer vocht nodig.

Beneden het vriespunt is een camelbag op je warme rug een goed idee want dat halve litertje wat je mee kan nemen in je achterzak is veel te weinig. In je bidons of camelbag kun je het beste een dorstlesser doen (60 gram koolhydraten per liter). Een extra voordeel is dat de koolhydraten vriespuntverlagend werken waardoor je dorstlesser minder snel bevriest. In de winter is een 500-750 ml per uur voldoende, afhankelijk van je intensiteit. Dat betekent misschien dat je extra vocht bij de verzorgingspost moet pakken. Ik hoop voor je dat ze dan warme thee in plaats van hete soep hebben. De grootste kritiek van de studenten was overigens dat zoveel drinken in de winter overdreven was. En dat water prima voldeed. Ik zou liever zeggen, drink zoveel mogelijk, desnoods water!