Buffelen op de vulkaan – Door Jeroen Kreule

Daar stond Rosalie dan, hand in hand met mijn liefje, op de boulevard van Puerto del Carmen, bij de finish van Ironman Lanzarote 2015. ‘Papa!’, schreeuwde ze zo hard als ze kon. Het was iets over half negen, de zon was nog net niet onder. Mijn doel was bereikt: bij daglicht finishen. Het scheelde vier minuten. Ik was binnen, na 13 uur, 39 minuten en 28 seconden.


Ironman Lanzarote_Jeroen Kreule_3

Kijkend naar Rosalie moest ik even terugdenken aan een baantraining van Hellas Triathlon, zo’n tweeënhalf jaar geleden. Ik was een jaar lid en liep samen met voorzitter Michael van Leeuwen een paar rustige rondjes. Het was dinsdagavond, we maakte ons op voor de loopscholing bij Kees of Suus. Michael vroeg of ik ook zo’n type was dat ooit een hele triathlon zou willen doen. Ik twijfelde en zei: of een derde kind, of een hele triathlon.


Rosalie is ruim anderhalf. Ze heeft blonde pijpenkrullen en is mijn derde kind. ‘Papa!’, schreeuwde ze nog een keer. De speaker had net omgeroepen dat Jeroen, met startnummer 1123, zichzelf een Ironman mag noemen. Ik had intussen ook een knoeperd van een medaille om mijn nek hangen. Rosalie stond achter de dranghekken, net buiten het finishgebied. Volmaakt geluk bestaat niet, maar toen ik haar zag, kwam het aardig in de buurt.



Mijn dag begon om 5 uur, met een ontbijt in het hotel. ‘Cheer up!’, stond op het kaartje dat naast mijn bord lag. Het lukte me zowaar om een paar broodjes en wat fruit naar binnen te werken. Rond zes uur wandelde ik op slippers – met de zwemspullen in de tas – naar de startlocatie, op drie minuten lopen van het hotel. Het was nog donker. De fiets, die ik een dag eerder al in de rekken had gehangen, hing er gelukkig goed bij. Toch moest ik een keer of elf voelen of de banden wel hard genoeg waren. Neurotisch gedrag, noem het wedstrijdspanning.
Rond kwart voor zeven begaf ik me naar het startvak op het strand. Ik moest plassen. Alweer. Om me heen zag ik voornamelijk mannen. Iedereen zag er – met oranje badmuts en zwart wetsuit – nagenoeg hetzelfde uit. Ik had behoefte aan opzwepende muziek, gevolgd door een kanonschot met heel veel rook. Of zoiets. De organisatie vond het blijkbaar te vroeg voor zoveel lawaaigeweld: het startsein, om twee minuten over zeven, was niet meer dan een laf toetertje. Hop hop, zei ik tegen mezelf.


Ironman Lanzarote_Jeroen Kreule_1
De eerste 500 meter was vooral overleven: al die 1800 idioten willen immers zo dicht mogelijk langs de lijn tussen de boeien zwemmen. Ik kreeg een paar beuken tegen mijn hoofd, af en toe trok iemand aan mijn voeten. Mijn antwoord: terugbeuken, terugschoppen en doorzwemmen. De zee was verder rustig, het water helder. Al snel kon ik een op drie ademen en in een prettig ritme zwemmen. Soms keek ik naar de gele boei voor me, om te checken of ik nog op koers lag.
Zwemmen ging verbazingwekkend goed. Na zo’n vijf kwartier zat het eerste onderdeel er op. Mijn hoofd voelde een beetje duizelig, maar ik was oké. De kop was er af. In dribbelpas liep ik naar mijn tas met fietsspullen, die ik een dag eerder had opgehangen aan een megakapstok op het strand. Omkleden, fiets pakken en wegwezen.


Graag had ik het fietsparcours binnen de 6.30 uur willen volbrengen, maar op de weg tussen Puerto del Carmen en Yaiza wist ik al dat ik die streeftijd ik never nooit zou halen. Wat een pokkewind! Ik was nog geen twintig minuten onderweg. De noodzakelijke mindswitch was echter snel gemaakt, simpelweg omdat Lanzarote te mooi is om met een chagrijnige kop over te fietsen. Na 150 kilometer koersen tussen de lavabrokken kreeg ik ineens geen hap meer door mijn keel. Alsof de maag werd omsloten door een stalen plaat. Niet zo gek misschien, want ik had naast liters sportdrank al een stuk of negen gelletjes naar binnen gewerkt. De zoete meuk die nog ergens in mijn slokdarm zat, wilde rap omhoog. Ik kreeg braakneigingen en dacht aan de resterende dertig kilometer en het klapstuk van de dag: de marathon. Op dat moment kon ik nog maar een ding doen: doortrappen.


Rond half vieIronman Lanzarote_Jeroen Kreule_2r fietste ik de wisselzone binnen, om me klaar te maken voor een stukkie lopen. Een saai, maar vlak parcours vol enthousiast publiek, met een ronde van 21 kilometer en twee rondes van iets meer dan tien kilometer. Om een heel, heel erg lang verhaal kort te maken: het ging. In vier uur en 54 minuten. Een meter of twintig voor de streep liepen Teun (10) en Quirine (7) ineens naast me. Ze waren over het hek geklommen en liepen samen met mij over de finish.


Het zat er op, een dagje buffelen op de vulkaan. De zwemstart leek alweer zo lang geleden. Later die avond zat ik met mijn meisje in een restaurant, voor me stond een halve liter bier. De ogen vielen bijna dicht, maar het bier smaakte goed.


Extraordinarily tough conditions made this year’s edition of IRONMAN Lanzarote a bigger challenge than usual, stond een dag later op de officiële website van Ironman Lanzarote 2015 te lezen. Ik was er bij.




En nu? Er komt geen vierde kind, wel weer een hele triathlon. Zonder twijfel.


Jeroen Kreule, mei 2015.